Verslag van 25 september 2021

Ik parkeer mijn auto op een van de parkeerterreinen van het landgoed de Horst en ga op zoek naar het paviljoen waar Revief ons gaat onthalen. Een lotgenoten ontmoetingsdag met een vast programma bestaande uit een hartelijke ontvangst door de Revief-mensen, de lezing in de grote zaal, het Rozen-ritueel; de lunch en pauze en daarna het middagprogramma met workshops. Daarna nog even samen in de zaal waar Roos een lied zingt en Bernhard een aantal instant-gedichten zal voor dragen. Dan de borrel en het uitdelen van de afscheidscadeautjes inclusief de witte rozen.Het programma is al jaren vrijwel onveranderd, de lokatie is dezelfde als de vorige jaren dat ik erbij was en toch loop ik een lange omweg te dwalen voor ik het beginpunt vind..
Dat is allemaal niet erg. In mijn hoofd was een discussie. Was het nu Dag VAN het misbruikte kind of dag VOOR het misbruikte kind?

Ik word opgevangen door Freddy. Hij is van Revief en gespitst op het opvangen van de mensen die met een misbruikt kind van binnen aankomen.Misschien lopen ze te dwalen.
Ik vraag aan Freddy of het Van of Voor is. Hij weet het niet zeker en gaat naar binnen om het iemand te vragen. Naast de ingang waar hij door verdwijnt hangt een papier waar het op staat. Het is Dag van het Misbruikte Kind. Discussie gesloten.

Ik lach om mijzelf en stel mezelf gerust. Ik ben extra vroeg vertrokken en heb nog tijd genoeg om spullen klaar te zetten voor de workshop Schrijven die ik zelf in het middagprogramma ga aanbieden.
Jayne wijst me de weg. Als ik klaar ben moet ik me al haasten om op tijd in de zaal te zijn. Het is kwart over tien geworden en ik heb m’n schrijfblok en pen meegenomen om aantekeningen te maken voor het verslag van deze dag.

Beneden kom ik een bekende tegen. Ze was hier al vaker geweest, vertelt ze. Ik ken haar van een schrijfcursus die we drie jaar lang hebben gevolgd. Het verbaast me niet dat ze hier is maar ik wist het niet van haar. Dat ze ook een misbruikt kind in zich meedraagt. Zij gaat de workshop Zelfverdediging doen, haar vriendin die voor partners.
Ik tel vier mannen, mezelf inbegrepen. Een zeldzame soort hier.
We gaan de zaal binnen waar straks de psychologe Maria zal spreken. Freddy opent en Rosemary zingt een lied. Ze begeleidt zichzelf daarbij op gitaar. ‘Just call out my name and I come runnin’

Ja hoor. Ik zit alweer met tranen in mijn ogen. Ze weet mij te raken. Doordat het raam wijd openstaat hoor ik de vogeltjes Rosemary begeleiden: you got a friend. Dat innerlijke kind is er en ik ben er een beetje boos op.

Freddy stelt zichzelf voor. Hij is de dagvoorzitter. De vrijwilligers van Revief zijn te herkennen aan het zwarte koord waaraan hun naamplaatje hangt. De mensen die een workshop zullen geven hebben een naamplaatje aan een blauw koord. Achterin de zaal zit Jo van Linschoten. Zij is de ‘huispsycholoog’..Je kunt haar hulp vragen als je psychologische steun nodig hebt. Mijn innerlijke kind veert even op als ik ergens achter me in de zaal iemand hoor roepen dat ze dat zelf wel uitmaakt of ze het gaat melden als ze eerder weggaat. Freddy besluit met een gedicht met de titel: Levenslang.

De (tijdelijke) voorzitter van stichting Revief neemt kort even het woord. Ze vertelt dat ze maar even blijft omdat haar man zijn vijftigste verjaardag viert. Daar wil ze bij zijn ook al zou ze hier ook graag bij blijven. Ik geloof dat zij Dorine Boudewijn heet. En dan komt Maria. Nadat ze haar laptop heeft aangesloten toont de beamer haar woorden. Ze zegt:
Ik spreek hier eigenlijk nooit over. Ik vind het daarom best wel spannend. mijn vader was de dader. wat mij is overkomen heet ook misbruik. Het woord is uitgesproken.
In 1994 ging ik voor het eerst in therapie. Ik zei dat er niks te melden was over mijn kindertijd.En zo begon een lange zoektocht naar wat er dan toch mis was met mij.
Ik hád kunnen vertellen over mijn kindertijd, ons gezin maar deed dat niet. Mijn vader was ‘streng en hardvochtig. Ik was heel speciaal, werd voorgetrokken boven mijn broer. Mijn vader leerde zijn kleine meisje over seks. Met mijn broer en mijn moeder kon ik niet praten, Rond mijn achtste jaar geen les meer maar toen kwam de praktijk. eten werd mijn enige vriend. Ik gaf mijzelf de schuld.

Ik leerde van de therapeut later over de drie reacties: vechten/vluchten/ bevriezen.
Ik ging in 1992 uit huis en in 1994 in therapie. ik had geluk dat ik opgevangen was in een warme en vriendelijk studentenhuis.

Maria vertelt over de coping strategieën en de lessen die ze geleerd heeft. Aan het eind van haar lezing vertelt ze dat ze haar vader heeft uitgenodigd om te komen praten om hem zo te confronteren met wat zij weet en kan uitspreken. Hij bevestigt alles wat maar geeft haar er de schuld van Moeder en broer vinden dat het nu maar eens afgelopen moet zijn..
Om me heen hoor ik steeds meer geluiden van herkenning en bevestiging.

Maria geeft aan het eind van haar lezing drie welgemeende adviezen

  1. Zeg hardop tegen jezelf: Ik deug als mens.
  2. Je hebt altijd het recht om te vertragen. Gebruik dat recht want we hebben het nodig om uit te zoeken wat er van binnen gebeurt.
  3. Spreek! Ik moet mijn omgeving aanspreken.

De laatste: Eten is NIET mijn beste vriend. en dan is er ruimte voor vragen. Eerst komen er veel complimenten en dank. Er wordt gevraagd en half en half beloofd dat de tekst later na te lezen zal zijn.. Vooral het recht op vertraging roept veel bijval op.Maria vertelt dat ze heeft geleerd om die ruimte te nemen. Ze zegt dan tegen zichzelf:’Lieve schat, je weet het echt niet!’

‘Hardop praten is reflecteren’ is een andere uitspraak van Maria die ik noteer. Iemand vraagt: “Welke therapie heeft jou het meest geholpen?”

“ Eén op één en eerlijk, open. Vertel nou eens echt wat er aan de hand is.” Maar toch duurde het veertien jaar voordat het eruit was. Het was een vervallen huis dat op slot zat. Ze vertelt ook dat woede belangrijk is. Ze heeft niet lang geleden een heel servies kapot gegooid. Tegen betaling, dat wel. Er is belangstelling voor het adres waar dat kan.

Hierna komt het Rozenritueel dat vast onderdeel van het programma is. We vormen drie groepen rond een grote vaas. Het ritueel gaat als volgt:
We beginnen met een persoonlijke uitnodiging.De kring rond krijgt ieder van haar buurvrouw een welkom op de eigen naam. Daarna wordt de volgende uitnodiging voorgelezen:
Hier staan we.
Als volwassenen, gedragen in deze groep met lotgenoten en mensen die begaan zijn met ons en ons ondersteunen. In ons volwassen ZIJN dragen we allemaal het kind in ons mee dat we ooit waren. Een kind in ons dat veel heeft moeten doorstaan en veel heeft moeten missen, een veilig thuis, warmte, geborgenheid, veiligheid, liefde en aandacht. Maar nu, op deze plek, als volwassen mensen kunnen wij een voedende, liefhebbende ouder zijn voor onbs innerlijk kind, gedragen en ondersteund door de gemeenschap diue we vandaag op deze dag vormen en waar we voor elkaar welkom zijn. Ik wil jullie uitnodigen om je roos in de vaas te zetten en stil te staan bij de vrouw / man die je nu bent en voor je innerlijk kind dat woont in je hart. Wens jullie samen het allerbeste toe. wens jullie samen een liefdevolle reis op de weg die je nu gaat.
En als je wilt kun je hardop uitspreken voor wie jij je roos laat bloeien.

Ik doe mee. Vorige keer heeft dit ritueel me geraakt en voelde het waardevol. Dus sta ik deze keer ook weer in de kring met een witte roos in mijn hand. Ik wacht tot ik een na laatste ben geworden die naar de vaas loopt om daar de roos in te zetten.en luister naar de woorden van de anderen die om de beurt hun roos erin zetten. Degene voor mij doet dat zwijgend en ik voel me opgelucht daardoor> Zo kan het ook! Ik zet mijn roos zwijgend tussen alle andere rozen in de vaas en weet dat ik nog steeds, ondanks alle therapie en rituelen dat kind maar moeilijk kan koesteren.

Daarna is het tijd voor een pauze en de lunch. De pauze biedt veel tijd om andere deelnemers te ontmoeten .Ik eet mijn lunch naast iemand die door Bernhard, de dichter, uitgenodigd wordt om over haar leven te vertellen. Bernhard zal ook haar verhaal in een gedicht om gaan werken. Ik mag erbij blijven zitten. Ik kijk schuin naar haar armen waarop tekens te zien zijn die vertellen over wat ze heeft doorgemaakt. Ze waarschuwt dat het heftig zal zijn wat ze vertellen gaat. Dat had ik al begrepen.

Later praat ik met een man die hier al heel wat jaren komt voor deze ontmoetingsdag. Ik herinner me dat ik hem eerder ook gesproken heb. Hij spreekt met de tongval van de Hoeksche waard, een gereformeerde gemeenschap. Hij vertelt dat hij, zijn vader en zijn moeder “niet praten kunnen”.Hij komt ook naar mijn schrijfworkshop Hij is met hulp van een dominee een boek over zijn leven aan het schrijven en gaat elk jaar voor een stuk of vijf sessies naar een dokter. Hij houdt het vol. Dat gereformeerde roept woede in mij op maar dat weet ik ongemerkt af te leiden.

Na de lunch (heel erg lekkere broodjes en vruchtensappen en bekertjes waarin iets lekkers verscholen ligt) is het tijd voor de schrijfworkshop. Ik doe erg mijn best om de hele groep deelnemers (tien zijn het er!)mee te nemen en iedereen iets te laten voelen van wat schrijven je kan opleveren. Er worden prachtige verhalen geschreven en ook voorgelezen.
Ik ben onder de indruk van de verhalen die gedeeld worden en ben heel blij dat alle deelnemers tot het eind mee kunnen doen en schrijven. Na de workshops komen we nog een keer met zijn allen bij elkaar in de grote zaal. Daar draagt Bernhard zijn gedichten voor. Allemaal heldere, kernachtige beschrijvingen die zijn toehoorders raken door de raak gekozen woorden. Ook het verhaal dat ik hoorde vertellen tijdens de lunch heeft hij in een kort gedicht weten samen te vatten. Ook raak! Vindt de vertelster zelf ook.

De Dag van het Misbruikte Kind gaat voorbij als steeds meer deelnemers de tent waar de afscheidsborrel is verlaten. de vrijwilligers zijn nog niet klaar. Er is nog veel na te praten en voor iedereen is er veel om bij elkaar te zoeken, te herschikken en te bewaren.

Reacties zijn gesloten.