Slachtoffermonitor Seksueel Geweld tegen kinderen.

‘Seksueel geweld tegen kinderen is onvoldoende een thema bij de overheid. Dat constateert de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen in de vandaag verschenen Slachtoffermonitor seksueel geweld tegen kinderen 2017-2018. Volgens de rapporteur zijn er verschillende programma’s en initiatieven die aandacht vragen voor specifieke vormen van seksueel geweld tegen kinderen, maar ontbreekt de samenhang en coördinatie voor de gehele aanpak. Ook pleit hij voor meer aandacht voor de aanpak van seksueel geweld tegen kinderen op regionaal niveau.’

Dat klinkt heel mooi, dat de Nationaal Rapporteur dit signaleert! Daar zijn wij als Stichting Revief en als slachtoffers van seksueel geweld heel blij mee.

Maar de feiten die er in staan zijn schokkend;

20.000 kinderen tussen de 12 en 16 jaar geven aan slachtoffer te zijn geweest van ernstig fysiek seksueel geweld. Dat op zich is al een feit waar je kippenvel van krijgt, maar daarvan krijgen er 100 hulp. Honderd! Dat is 0,5% van de slachtoffers. En dan hebben we het nog niet over de kinderen tussen 0 en 11 jaar. Die worden namelijk niet geregistreerd, plus die hebben een nog veel grotere drempel hebben om het tegen iemand te vertellen.

En àls ze al hulp krijgen, is dat na een lang proces en na een hele lange wachttijd.

Nog zo’n schokkend feit;

Het verplichte programma; Geweld hoort Nergens Thuis, wat op scholen onderwezen moet worden, wordt door een kwart van de scholen niet gedaan. Maar erger is dat bij Veilig Thuis, het orgaan waar de gemiddelde Nederlander denkt en hoopt dat zij ingrijpen bij huiselijk geweld maar heel summier kennis is over seksueel geweld. Bij maar 1/6 van de Veilig Thuis regio’s is er een beetje kennis hierover. Dat is schokkend!

Maar ook onder hulpverleners lijkt er een schrijnend tekort aan kennis te zijn;

De professional, de man of vrouw in het werkveld, signaleert maar bij 0,1% van hun clientjes seksueel geweld! Als we ervan uit gaan dat 1 op de 10 kinderen ernstig seksueel geweld mee maakt, en hulpverleners kinderen onder hun hoede krijgen die problematisch gedrag vertonen, dan kan je met een heel voorzichtige schatting ervan uit gaan dat er in hun praktijk 1 op de 5 kinderen is die in een vertrouwensrelatie seksueel misbruik heeft meegemaakt. Dat zou betekenen 20% van hun clienten, terwijl er dus maar 0,1% wordt gezien! Ik kan niet anders zeggen dat dit heel verdrietig is.

Citaat uit het rapport;

”Het roept de vraag op of we wel voldoende kunnen signaleren”

Ik zou er van willen maken; ‘Of we het wel willen signaleren. Of we het wel durven signaleren’.

We kunnen nog zoveel signaleringslijstjes hebben, maar als we een kind onder onze hoede hebben, waarvan de vader de directeur van de basisschool is, durven we dan deze man in discussie te stellen? Of als we huisarts zijn en we hebben een vertrouwensrelatie met de ouders, durven we dan te overwegen dat de vader of moeder wel eens het hele probleem kan zijn? Als de dader een zeer gewaardeerde medewerker is van de instelling, hebben we dan het lef om de man of vrouw aan te spreken en te zeggen dat we zorgen hebben over zijn gedrag? Of doen we liever onze ogen dicht? Je realiseren dat een kind weleens verkracht zou kunnen zijn, doet heel veel met ons. Dat willen we eigenlijk niet toelaten in ons brein. Dat mag eigenlijk niet bestaan. En als wij ons niet bewust zijn van deze hardnekkige mechanismes die ons gedrag bepalen, dan gaan deze cijfers nooit veranderen.

Ik pleit voor stap nul van de meldcode; inzetten op bewustwording van onze afweer. Van onze angst. Onze weerstand. Daar is veel te winnen.

De minister doet veel aanbevelingen, onder andere voor het onderwijs aan de leerling. Maar waar we ons zeker ook hard voor moeten maken is onderwijs aan de student die met kinderen gaat werken. Deze student gaat hoe dan ook te maken krijgen met kinderen die seksueel geweld mee maken. En de student komt nu van school af, niet gehinderd door enige kennis! Kindermishandeling en seksueel misbruik zou een integraal, verplicht onderdeel van de hele opleiding moeten zijn. niet een jaar, niet een minor, maar de gehele studietijd als vast vak. Ook daar is veel winst te behalen!

De belangrijkste aanbeveling van de Nationaal Rapporteur is het gesprek. En daar sluiten wij ons helemaal bij aan. Seksueel misbruik is niet iets van de dader en het slachtoffer, het is de verantwoordelijkheid van de hele maatschappij. We zullen als partners, als gezin, als school, als collega’s, als hulpverleners, als ministerie het gesprek aan moeten gaan met elkaar. Onze angsten daarin onderkennen en het taboe erkennen. Hoe moeilijk dat ook is, het is onze plicht, voor het kind van nu!

Unbreakable 2018; foto’s die meer vertellen…

 

 

 

Mijn innerlijk wegstoppen

Ik heb er nu helemaal genoeg van; mezelf niet te mogen laten zien. Ik mag er zijn, óók met mijn innerlijk systeem, waar ik dankbaar voor mag zijn, omdat ik door de overlevingsstrategie uit mijn kindertijd, op volwassen leeftijd ongelofelijke gebeurtenissen heb overleefd. Ik hoef me niet meer te schamen voor mijn DIS.
De boodschap die de daders (met hulp van de maatschappij nota bene!) mij geven, klopt niet. Ik mag er wel degelijk helemaal zijn. Wij allemaal mogen er helemaal zijn.
Dat ik moet schuilen voor veiligheid is tot daar aan toe, maar dat ik mijn innerlijk weg moet stoppen voor een wereld die dit géén mooi plaatje van de werkelijkheid vindt; dat KAN écht niet meer.

Lees verder

Beetje bij beetje ontworstelen aan schaamte en schuld

Therese Bravenboer bij de informatiestand van Revief; in haar handen het boek Kostbaar As (2017), door haar geschreven onder het auteurspseudoniem Theresia Stiller. (foto: Janny van den Ende)

Ik hou niet van sprookjes. Ik vind ze vaak eng of ongeloofwaardig. Maar toch geloof ik in één sprookje wel. Eén specifiek sprookje. Nog steeds. Ik geloof dat papa’s en mama’s te vertrouwen zijn. Ik geloof dat de meester mijn kind zoveel respecteert dat hij het nooit zal misbruiken. Ik geloof dat mijn buurvrouw haar kind niet mishandelt. Ik geloof dat de jeugdwerker van mijn kerk blindelings te vertrouwen is. In mijn getraumatiseerde kinderbrein heb ik daar iets heel effectiefs op gevonden. Om te blijven geloven dat de volwassene te vertrouwen is, geloof ik gewoon dat ik een slecht kind ben. Als namelijk mij dit erge wèl overkomen is, dan betekent dit dat ik een slecht kind ben. Simpel toch?!

Lees verder

Massage als heling na seksueel misbruik

“Wat gaan we dan precies allemaal doen in het massageweekend voor vrouwen met seksueel misbruik?” vraagt Jessica. Ze zegt dat het haar wel aanspreekt maar het tegelijkertijd ook doodeng vindt. Dat snap ik. Want je bent kwetsbaar als je in je jonge jaren seksueel misbruikt bent. Er zijn veelal negatieve associaties met aanrakingen. Seksueel misbruik leidt erg vaak tot een trauma. Er ontstaan angsten die niet altijd reëel zijn. Er worden veel afweermechanismen ingezet om te kunnen overleven. Seksueel misbruik is iets wat je je hele leven meedraagt en waarmee je moet dealen. Gaandeweg mag je strategieën die niet meer nodig zijn, loslaten. Dat is langdurig en hard werken.

Lees verder

En toen was het zover…

Naamloos2En toen was het zover. Het weekend voor mijn opname. Onverwachts nog weer vroeger dan gepland. Ik had de tijd genomen om mijn familie en vriendinnen op een goede manier nog een keer te spreken. Het was erg gezellig om de bloementjes nog even buiten te zetten en vooral niet te denken aan wat er maandag allemaal te wachten staat.. ( VERMIJDING!) Zondag heb ik echter enorme hoofdpijn, zou het de spanning zijn? Raar, vind je ook niet? Lees verder